Rolschaatsen roept voor veel mensen herinneringen op aan vroeger. Veel kinderen leren hun eerste meters met wieltjes namelijk op rolschaatsen. Logisch natuurlijk, want je staat een stuk stabieler en de kans op ongelukken is kleiner. Ondanks dat veel mensen rolschaatsen associëren met vroeger of hun kindertijd, is het ook nu nog hartstikke leuk om op elke leeftijd dit te doen. Weet je niet waar je moet beginnen? Wij hebben alles wat je moet weten over rolschaatsen op een rij gezet. Zo kan jij binnenkort snel beginnen!
Inhoudsopgave
Wat zijn rolschaatsen?
Een rolschaats is een soort van schoen met daarin vier wielen, verdeeld over 2 rijen. Dit is gelijk ook het verschil met skeelers, waarbij de wielen in één rij achter elkaar staan. Op rolschaatsen heb je dus veel stabiliteit, omdat je stevig staat op de wielen. Wat ook anders is dan bij skeeleren is hoe je remt. De meeste rolschaatsen hebben een rem aan de voorkant. Bij skeelers zit deze aan de achterkant, als deze al aanwezig is.
Rolschaatsen zien er ook veel meer uit als echt een schoen met daaronder wieltjes. Er zijn zelfs rolschaatsen die je om je gewone schoen heen bindt, maar deze zitten vaak wel een stuk minder vast en schieten nog wel eens los.
Is rolschaatsen moeilijk?
Nee, rolschaatsen is in principe vrij eenvoudig. Toch zal je ook hierbij eerst moeten leren om goed te blijven staan en niet te vallen. Gelukkig kan je dit vrij snel onder de knie hebben. Vanaf dan is het tijd om je vaardigheden te blijven ontwikkelen. Je zal zien dat je snel een stuk sneller kan, dat remmen makkelijker wordt en dat je bochten beter kan nemen. Rolschaatsen is dan ook een prettige en laagdrempelige manier om op wieltjes de weg of baan op te gaan.
Rolschaatsen of skeeleren: wat is makkelijker?
Rolschaatsen is in principe een stuk makkelijker dan skeeleren. Allereerst heb je veel meer stabiliteit en is de kans op vallen dus een stuk kleiner. Daarnaast is remmen vaak ook beter te doen. Niet voor niets is rolschaatsen voor veel mensen het opstapje naar skeeleren, zeker voor kinderen. Hebben ze controle op de rolschaats, dan maken ze de stap naar het skeeleren. Hier kan je een stuk sneller bij gaan en scherpere bochten maken, maar de kans op vallen is ook groter doordat je minder stabiel staat.
Hoe moet je rolschaatsen?
Rolschaatsen doe je door eerst stabiel te blijven staan. Als je de rolschaatsen hebt onder gebonden sta je op. Zet je voeten op ongeveer schouderbreedte uit elkaar en buig dan licht door je knieën heen. Leun daarnaast iets naar voren om zo stabiel en evenwichtig mogelijk te staan.
Als je stevig staat is het tijd om je eerste meters te maken. Zet je ene been voorzichtig af zodat je in beweging komt. Met je andere been bewaar je het evenwicht en rol je wat naar voren. Als je eerste been weer stabiel op de grond terecht komt zet je af met je andere been. Zo blijf je afwisselen en maak je snelheid.
Remmen verschilt een beetje, maar veel rolschaatsen hebben een remblok, veelal aan de voorkant. Duw dan stevig je tenen op de grond om af te remmen. Als het blokje aan de achterkant zit, dan duw je met je hiel naar achteren. Ben je wat meer gevorderd? Dan kan je ook leren remmen zonder remblokjes. Hiervoor plaats je één been naar achteren en zet deze dwars neer. Sleep deze vervolgens over de grond om tot stilstand te komen.
Vanaf welke leeftijd rolschaatsen?
Veel kinderen willen het hartstikke graag: rolschaatsen. Ik geef ze geen ongelijk, het is ook hartstikke leuk. Vanaf welke leeftijd je kan rolschaatsen of rolschaatsen kan geven is wat lastiger in te schatten. Het ligt vooral aan de motoriek van het kind. In principe kun je rolschaatsen geven vanaf een jaar of 4 à 5, maar voor sommige kinderen is het beter om te wachten tot ze 6 zijn. Het gaat vooral gepaard met hoe goed hun algemene lichaamsbeheersing is. Zit dit goed? Dan kunnen ze lekker gaan rolschaatsen!